Aansprakelijkheid bestuurder
20-02-2020
De bestuurder van een vennootschap is in beginsel hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting die de vennootschap verschuldigd is. De vennootschap is verplicht om zodra gebleken is dat zij de verschuldigde belasting niet kan betalen daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de Belastingdienst. De mededeling van betalingsonmacht moet uiterlijk twee weken na de dag waarop de verschuldigde belasting moet zijn voldaan worden gedaan. Is de melding van de betalingsonmacht op de juiste wijze gedaan, dan is de bestuurder alleen aansprakelijk als het niet betalen van de belastingschuld te wijten is aan zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur in de afgelopen drie jaren. De bewijslast voor het onbehoorlijke bestuur ligt bij de Belastingdienst. Wanneer de melding van betalingsonmacht niet op de juiste wijze is gedaan, geldt het wettelijk vermoeden dat het niet betalen aan de bestuurder te wijten is. De bestuurder wordt alleen toegelaten tot weerlegging van dat vermoeden, wanneer hij aannemelijk maakt dat het niet op juiste wijze melden van de betalingsonmacht niet aan hem te wijten is.
Twee bv’s hadden de verschuldigde loonbelasting over de maand september 2013 uiterlijk 31 oktober 2013 moeten betalen. Dat gebeurde niet. De melding van betalingsonmacht had voor of op 14 november 2013 gedaan moeten worden. De melding vond echter pas op 26 november 2013 plaats. Door de te late melding gold het vermoeden dat het niet betalen van de naheffingsaanslag over september 2013 aan de enige bestuurder van de vennootschappen te wijten was. Naar het oordeel van de rechtbank is de bestuurder daarvoor terecht aansprakelijk gesteld.
Melding van betalingsonmacht over de tijdvakken oktober en november 2013 moest uiterlijk 14 december 2013 respectievelijk 14 januari 2014 plaatsvinden. Deze meldingen waren op 26 november 2013, gelijk met de melding over september gedaan. Deze meldingen waren dus tijdig gedaan. De Belastingdienst diende daarom aannemelijk te maken dat het niet betalen van de over deze maanden opgelegde naheffingsaanslagen het gevolg was van aan de bestuurder te wijten onbehoorlijk bestuur. De beide vennootschappen hielden zich bezig met het uitlenen van personeel aan een gelieerde vennootschap. Voor deze diensten werd geen reële zakelijke prijs betaald. De bestuurder had redelijkerwijs kunnen weten dat beide bv’s hun verplichtingen jegens de Belastingdienst niet konden nakomen. Volgens de rechtbank heeft de bestuurder zich schuldig gemaakt aan onbehoorlijk bestuur van de vennootschappen. Naar het oordeel van de rechtbank is hij terecht aansprakelijk gesteld voor de naheffingsaanslagen loonheffingen over de tijdvakken oktober en november 2013.
Recente nieuwsartikelen
Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond
Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie
Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting
Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?
Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief
Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3
Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd
Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?
Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Aanpassingen kindgebonden budget
Voorgestelde wijzigingen autobelastingen
Wijzigingen omzetbelasting per 1 januari 2026
Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden
Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting
Aftrekposten inkomstenbelasting
Tarieven en heffingskortingen 2025
Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid
Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid
Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verkeerd af
Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland
UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas 2025 vastgesteld