Aftrekverbod lage arbeidsvergoeding meewerkende partner

16-07-2020

De Wet IB 2001 kent een aftrekverbod voor arbeidsbeloningen die een ondernemer betaalt aan zijn partner. Het aftrekverbod geldt alleen indien de vergoeding lager is dan € 5.000. Als geen vergoeding wordt betaald voor de arbeid van de partner of wanneer de vergoeding lager is dan € 5.000 kan de ondernemer gebruik maken van de meewerkaftrek, op voorwaarde dat de partner op jaarbasis ten minste 525 uur meewerkt in de onderneming. Voor anderen dan de partner van de ondernemer geldt geen aftrekbeperking, ongeacht de hoogte van de arbeidsvergoeding.

Bij de Hoge Raad is een procedure aanhangig over een door een ondernemer aan zijn partner betaalde vergoeding voor arbeid van € 1.500. Volgens Hof Den Haag valt deze vergoeding onder het wettelijke aftrekverbod. De vraag in de procedure bij de Hoge Raad is of sprake is van discriminatie.  

De Advocaat-Generaal (A-G) heeft een conclusie aan deze procedure gewijd. Hij stelt vast dat de weigering van de aftrek leidt tot een belastingnadeel voor de ondernemer en een belastingvoordeel voor de partner omdat de arbeidsvergoeding is vrijgesteld. De regeling kan als evenwichtig worden aangemerkt wanneer het nadeel voor de ene partner in de regel grotendeels wordt ondervangen door het voordeel voor de andere partner. Wanneer de ondernemer een hoger marginaal belastingtarief heeft dan zijn partner is per saldo sprake van een nadeel. In de jaren waarop de procedure betrekking heeft was het maximale tarief 52%. Het nadeel kon daarmee oplopen tot € 2.600 bij een vergoeding van net geen € 5.000. Bij andere relaties dan partnerrelaties doet zich dit nadeel niet voor. Volgens de A-G bestaat voor deze ongelijke behandeling geen objectieve en redelijke rechtvaardiging.

De vrijstelling voor de vergoeding bij de meewerkende partner neemt wel een deel van het bezwaar weg, maar het resterende mogelijke progressienadeel kan volgens de A-G niet als onbeduidend worden afgedaan. Anders dan voor ongelijke behandelingen op sociaaleconomisch gebied, waar de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft, gaat het hier om een ongelijke behandeling naar gelang van de huwelijkse status op basis van doelmatigheidsargumenten. Hier geldt volgens de A-G een beperkte beoordelingsvrijheid.

De conclusie van de A-G is, dat het aftrekverbod een ontoelaatbare ongelijke behandeling van (in dit geval) gehuwde belastingplichtigen met zich meebrengt. De Hoge Raad kan het benodigde rechtsherstel zelf bieden omdat er geen rechtspolitieke keuzes hoeven te worden gemaakt. Rechtsherstel kan worden verleend door het fiscale nadeel dat de partners per saldo ondervinden als gevolg van de aftrekuitsluiting weg te nemen op de aanslag IB/PVV van de ondernemer.

Recente nieuwsartikelen

Waardebepaling recreatieterrein inclusief stacaravans op verhuurde jaarplaatsen

Geen ingekomen werknemer

Analyse arresten Hoge Raad box 3

Ondernemer betrapt op drugshandel: hof bevestigt redelijkheid schatting inspecteur

Miljoenen uit de greep van de Belastingdienst: moet de zoon erfbelasting betalen?

Hoge Raad oordeelt over btw-heffing voor besnijdenissen

Vooruitbetaling collegegeld ter verkrijging verblijfsvergunning

Dienstverlening hospice niet te vergelijken met hotel

Toepassing werktuigenvrijstelling op zonnepanelen

Nakijken van scripties en onderwijsvrijstelling

Flexibele kapitalisatiefactoren bij WOZ-waardebepaling

Rioolheffing voor een jaarplaats op een camping?

Btw bij short-stayverhuur: wat ondernemers moeten weten

Is de vervangingswaarde van bedrijfspanden in- of exclusief btw?

Onderzoek gevolgen beperking vrijstelling groen beleggen per 1 januari 2025

Verbouwing leidt niet tot nieuw gebouw

Schadeverzekeraar probeert onder verlegde btw uit te komen

Hoge Raad komt met nieuwe uitleg van gering financieel belang voor vergoeding immateriële schade

Geen belastingplicht voor Immobilien-Sondervermögen in Nederland

Inzage in fiscaal dossier niet voor 1 januari 2026

Bedragen kinderbijslag per 1 juli 2024

Verlaagd btw-tarief voor verhuur zeiljachten

Waardestijging woning belast in box 3?

Terugbetaling ten onrechte ontvangen vergoeding geen negatief loon

Nieuwe pachtnormen per 1 juli 2024

Fiscale implicaties van afgewaardeerde leningen in bedrijfsfinanciën

Villa met praktijkruimte: is de praktijkruimte onderdeel van de woning?

Consultatie verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Inspecteur vernietigt compromis over uitdeling op grond van dwaling

Mag een bestuursorgaan in hoger beroep terugkomen op eerdere ontvankelijkverkaring bezwaar?

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman