Belastingheffing box 3 in 2017 en 2018 in strijd met discriminatieverbod

19-08-2021

De rechtbank Noord-Nederland heeft twee zogenaamde proefprocedures in het kader van de aanwijzing massaal bezwaar box 3 voor de jaren 2017 en 2018 behandeld. Volgens de rechtbank is het box 3-stelsel in deze jaren in strijd met het discriminatieverbod van het EVRM.

Gezien de opzet van het box 3-stelsel, zoals dat vanaf 2017 geldt, realiseert de wetgever zich dat sparen en beleggen verschillende activiteiten zijn. Volgens de door de wetgever veronderstelde marktrendementen zijn de inkomsten uit beleggen in 2017 immers 3,3 maal en in 2018 14,9 maal hoger dan de inkomsten uit sparen. De wetgever weet ook dat een groep van circa 40% van de belastingplichtigen met een box 3-vermogen uitsluitend spaart. Gelet op die kennis is volgens de rechtbank de keuze om alle belastingplichtigen met een box 3-vermogen gelijk te behandelen voor wat betreft de veronderstelde samenstelling van hun vermogen van iedere redelijke grond ontbloot. De wetgever kiest er immers bewust voor om ook de groep, die uitsluitend spaart, te belasten alsof zij hun vermogen deels belegd hebben. De door de wetgever gehanteerde rechtvaardiging om niet aan te sluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen kan naar het oordeel van de rechtbank de keuze om een groep van 40% van de belastingplichtigen te confronteren met een hogere belastingdruk niet rechtvaardigen.

De rechtbank heeft geen mogelijkheden om het ontstane rechtstekort te repareren. Dat zal de wetgever moeten doen. Dat geldt ook als de rechtbank tot het oordeel zou komen dat de box 3-heffing eveneens in strijd is met het in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM opgenomen recht op het ongestoord bezit. De rechtbank heeft de beroepen daarom, ondanks het oordeel dat de box 3-heffing in strijd is met artikel 14 EVRM, ongegrond verklaard.

Recente nieuwsartikelen

Afwaardering regresvordering dga niet ten laste van inkomen

Hoge Raad vernietigt boetebeschikkingen: opzet bij niet aangeven gebruikelijk loon onvoldoende bewezen

Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing

Geen bouwdepot maar spaarrekening

Minimumloon per 1 januari 2025

Loonkostenvoordelen

Indexatie 2025 kinderopvangtoeslag

Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

Vervallen laag tarief omzetbelasting per 1 januari 2025 voor agrarische leveringen

Verzwijgen van omzet en de valkuil van een bankrekening op eigen naam

Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond

Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie

Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek

Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting

Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?

Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief

Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3

Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd

Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens

Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?

Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning

Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

Aanpassingen kindgebonden budget

Voorstellen dividendbelasting

Energiebelastingen

Voorgestelde wijzigingen autobelastingen

Wijzigingen omzetbelasting per 1 januari 2026

Wijzigingen loonbelasting

Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden

Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman