Beoordeling van leefvormen in de AOW
06-07-2023
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de beoordeling van leefvormen in de AOW. In dat kader heeft de minister toegezegd te onderzoeken of een objectief partnerbegrip een haalbaar alternatief is voor de huidige wijze van beoordeling van de leefvormen. De minister verwacht de Kamer eind dit jaar over de voortgang te kunnen informeren. De uitwerking moet dan in het voorjaar van 2024 afgerond zijn.
Vaststelling leefvorm in de AOW
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) beoordeelt of iemand recht heeft op AOW voor een alleenstaande of voor samenwonenden. Twee personen voeren een gezamenlijke huishouding als zij hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zij zorgdragen voor elkaar. De SVB beoordeelt aanvragen op basis van gegevens die de burger aanlevert bij de aanvraag. Bij twijfel of sprake is van een gezamenlijke huishouding worden vragen over de persoonlijke levenssfeer gesteld. Die zijn nodig voor de beoordeling, maar kunnen als inbreuk op de privacy worden ervaren.
In 2021 is de Verkenning Leefvormen in de AOW aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierin zijn drie opties uitgewerkt: individualiseren, het adres als uitgangspunt en het Awir-partnerbegrip.
Individualisering van de AOW betekent dat de uitkeringshoogte niet meer afhankelijk is van de leefvorm. De uitvoering hiervan is zeer eenvoudig en duidelijk. Vanwege de financiële consequenties schuift de minister deze variant terzijde.
Wanneer het adres als uitgangspunt wordt genomen is de hoogte van de uitkering afhankelijk van het aantal mensen dat op één adres woonachtig is. Een onderlinge relatie is dan niet van belang. Mede vanwege de schaarste op de woningmarkt vindt de minister deze optie onwenselijk.
De invoering van een objectief partnerbegrip in de AOW, zoals ook wordt toegepast in de Awir, is de minst ingrijpende vereenvoudiging. Met een objectief partnerbegrip in de AOW kan de SVB op basis van een aantal objectieve criteria vaststellen of mensen elkaars partner zijn. Volgens de minister moet nader onderzoek uitwijzen of een objectief partnerbegrip in de AOW wenselijk en haalbaar is.
Keuze voor duurzaam gescheiden leven in verpleeghuissituaties
Wanneer een van de AOW-gerechtigde partners wordt opgenomen in een zorginstelling, krijgt het paar de keuze voorgelegd om de gehuwden-AOW te blijven ontvangen en de lage eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg (Wlz) te betalen. In plaats daarvan kunnen zij ervoor kiezen om te worden aangemerkt als duurzaam gescheiden levend. In dat geval ontvangen zij de hogere AOW voor alleenstaanden en moet de hoge eigen bijdrage voor de Wlz worden betaald. Het is niet altijd voordelig om te kiezen voor de hoge AOW. Daarom kan de keuze eenmalig worden herzien indien de partners een financieel nadeel hebben van hun keuze. De afgelopen periode is onderzocht of de keuzemogelijkheid voor duurzaam gescheiden leven afgeschaft kan worden. De minister zal de Kamer zo spoedig mogelijk informeren over de haalbaarheid en wenselijkheid van afschaffing van de keuzemogelijkheid.
Recente nieuwsartikelen
Tweede Kamer wil veel aanpassingen in Belastingplan 2024
Conclusie A-G over belastingheffing in box 3
Aanpassingen kindgebonden budget
Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw
Algemeen btw-tarief op agrarische goederen en diensten
Verruiming vrijstelling OV-abonnementen en voordeelurenkaarten
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
Verruiming herinvesteringsreserve
Verlaging energie-investeringsaftrek
Afschrijvingsbeperking gebouwen
Verhoging vrijstelling reiskostenvergoeding
Zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling 2024
Voorlopig ontwerp Wet werkelijk rendement box 3
Geen vergoeding verletkosten als zitting niet persoonlijk is bijgewoond
Verplicht vanggewas na snijmaïs in NV-gebieden
Energielijst 2023 tussentijds uitgebreid
Kamerbrief inhoud Belastingplan 2024
Verhoging brandstofaccijns per 1 januari 2024
Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed
Toestemming ontslag te vroeg gevraagd voor compensatie transitievergoeding
Terugvragen in ander EU-land betaalde omzetbelasting
Besluit belastingplicht van stichtingen en verenigingen