Conclusie A-G inzake uitzendregeling eigen woning

13-08-2020

Vermogensbestanddelen van een particulier vallen in beginsel in box 3 van de inkomstenbelasting. Er geldt een uitzondering voor de eigen woning. Deze valt in box 1. De inkomsten uit de eigen woning bestaan uit een percentage van de WOZ-waarde van de woning, verminderd met aftrekbare kosten zoals de betaalde rente van de financiering van de woning. De Wet IB 2001 stelt als voorwaarde voor de kwalificatie als eigen woning dat de woning aan de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden als hoofdverblijf ter beschikking staat. Een woning behoudt de kwalificatie eigen woning tijdens een periode van leegstand als de woning in het kalenderjaar of in een van de voorafgaande drie jaren een eigen woning was en de woning bestemd is voor verkoop. Op verzoek van een belastingplichtige kan een woning, die ten minste een jaar de eigen woning is geweest, maar die tijdelijk niet als hoofdverblijf dient, als eigen woning worden aangemerkt. Voor deze zogenaamde uitzendregeling gelden als voorwaarden dat de woning in die periode niet aan derden ter beschikking is gesteld en dat de belastingplichtige geen andere eigen woning heeft. De voorwaarde dat de woning niet aan derden ter beschikking wordt gesteld, houdt in dat de woning niet wordt verhuurd en dat niet wordt gedoogd dat derden de woning gebruiken. Dit geldt voor elke vorm van terbeschikkingstelling aan derden en dus voor gedeelten van de woning, ongeacht de hoogte van de vergoeding. Wel is in de jurisprudentie toegestaan dat een kraakwacht in de woning verblijft, mits deze geen vergoeding betaalt voor het gebruik van de woning. Er geldt geen uitzondering voor (vrijgestelde) kamerverhuur. Op grond van een goedkeurend besluit kan de uitzendregeling worden toegepast als kinderen in de woning blijven wonen. De goedkeuring geldt zolang het gaat om kinderen jonger dan 27 jaar die direct voorafgaand aan de uitzending tot het huishouden van de belastingplichtige behoorden. De kinderen mogen voor het gebruik van de woning geen huur betalen.

Wanneer niet aan de voorwaarden is voldaan, is geen sprake van een eigen woning. Dat betekent dat de woning en de daarop betrekking hebbende financieringsschuld van box 1 naar box 3 gaan. Het gevolg daarvan is dat de betaalde rente niet langer aftrekbaar is van het inkomen in box 1.

Bij de Hoge Raad is een procedure aanhangig over de uitzendregeling. Terwijl de belastingplichtige en zijn echtgenote in het buitenland woonden, keerde een dochter van het echtpaar na het afronden van haar studie als uitwonend student tijdelijk terug naar de woning van haar ouders. Volgens de Belastingdienst en het gerechtshof behoorde de dochter niet meer tot het huishouden van haar ouders. De Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad (A-G) deelt deze opvatting. Ongeacht haar financiële afhankelijkheid moet iemand, die als uitwonend student haar studie heeft afgerond, worden gezien als maatschappelijk zelfstandig. Wie maatschappelijk zelfstandig is, vormt geen onderdeel van het huishouden van de ouder(s). Het feit dat de terugkeer van de dochter slechts tijdelijk was, onderstreept dat zij niet weer deel is gaan uitmaken van het huishouden van de ouders.

Het verschil tussen het gebruik van de woning door een niet tot het huishouden behorend kind en een kraakwacht is gelegen in de specifieke beheertaak van de kraakwacht met betrekking tot de woning. Het gebruik van de woning door een kraakwacht wordt toegerekend aan de woningeigenaar.

De conclusie van de A-G is dat de uitzendregeling niet van toepassing is in de situatie van de tijdelijk naar de ouderlijke woning teruggekeerde dochter.

Recente nieuwsartikelen

Indexatie 2025 kinderopvangtoeslag

Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

Vervallen laag tarief omzetbelasting per 1 januari 2025 voor agrarische leveringen

Verzwijgen van omzet en de valkuil van een bankrekening op eigen naam

Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond

Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie

Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek

Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting

Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?

Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief

Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3

Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd

Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens

Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?

Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning

Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025

Aanpassingen kindgebonden budget

Voorstellen dividendbelasting

Energiebelastingen

Voorgestelde wijzigingen autobelastingen

Wijzigingen omzetbelasting per 1 januari 2026

Wijzigingen loonbelasting

Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden

Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting

Aftrekposten inkomstenbelasting

Tarieven en heffingskortingen 2025

Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025

Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete

Het belang van de intentie van de koper van een woning

Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman