Geen belastingplicht voor Immobilien-Sondervermögen in Nederland

04-07-2024

Een naar Duits recht opgericht Immobilien-Sondervermögen investeert wereldwijd in onroerende zaken. In 1997 heeft dit beleggingsfonds voor het eerst in Nederland geïnvesteerd in Nederlandse onroerende zaken. Volgens de inspecteur is het fonds in Nederland buitenlands belastingplichtig. Daarom heeft hij aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd voor de jaren 1997 tot en met 2010. Het fonds gaat in bezwaar en beroep. Uiteindelijk belandt de zaak bij de Hoge Raad. De centrale vraag is of een Immobilien-Sondervermögen, dat in Nederland investeert in onroerende zaken, belastingplichtig is in Nederland.

Achtergrond

Een Immobilien-Sondervermögen is in Duitsland vrijgesteld van de Körperschaftsteuer en de Gewerbesteuer. Een dergelijk fonds is naar Duits recht een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid. In Duitsland vindt de heffing over inkomsten uit de door het fonds gehouden onroerende zaken niet plaats op het niveau van het Sondervermögen, maar op het niveau van de deelnemers in dat fonds. Of het fonds de inkomsten daadwerkelijk uitkeert, is voor de heffing niet van belang. De inkomsten worden belast bij de fondsdeelnemers. Echter, uitkeringen gerelateerd aan vastgoedinkomsten waarover het heffingsrecht op grond van door Duitsland gesloten verdragen ter voorkoming van dubbele belasting is toegewezen aan het land waar de onroerende zaken zich bevinden, worden niet in de Duitse belastingheffing betrokken. De vastgoedinkomsten uit Nederland worden dus niet in Duitsland belast.

Geschil voor het hof

Voor het hof was in geschil of belanghebbende op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb) belastingplichtig is in Nederland. Het fonds betoogde dat dit niet het geval is.

Oordeel van het hof

Het hof verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 24 januari 2020 en oordeelde dat het fonds belastingplichtig is in Nederland. Volgens het hof is sprake van een doelvermogen zoals genoemd in de Wet Vpb. Naar het oordeel van het hof is alleen dan geen sprake van een doelvermogen als bewijzen van deelgerechtigdheid zijn uitgegeven en het vermogen toebehoort aan de houders van deze bewijzen. Dan is van een afgescheiden vermogen geen sprake. Die situatie doet zich volgens het hof niet voor bij dit fonds.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt echter anders. Volgens de Hoge Raad zijn niet in Nederland gevestigde doelvermogens, die Nederlands inkomen genieten, buitenlands belastingplichtig voor de Vpb. Een doelvermogen is een voor een bepaald doel afgezonderd vermogen, dat geen rechtspersoonlijkheid heeft en dat niet aan een (rechts)persoon toebehoort. Een dergelijk vermogen is een zelfstandige fiscale entiteit.

De Hoge Raad stelt dat een fonds niet als doelvermogen kan worden aangemerkt als het bewijzen van deelgerechtigdheid heeft uitgegeven, die de houders ervan aanspraak geven op een aandeel in het vermogen van het fonds. Een dergelijke aanspraak bestaat zodra eenheden zoals participaties of bewijzen van deelgerechtigdheid zijn gecreëerd en aan meerdere (rechts)personen zijn uitgegeven waarin de mate van gerechtigdheid in het gemeenschappelijke fonds wordt uitgedrukt. Dit geldt ook bij mede-eigendom van het vermogen van het fonds of bij economisch eigendom. Het fonds heeft participatiebewijzen uitgegeven, waarmee de fondsdeelnemers aanspraak kunnen maken op het fondsvermogen. Dat heeft tot gevolg dat het Sondervermögen geen doelvermogen is en niet belastingplichtig is in Nederland.

Conclusie

De Hoge Raad concludeert dat het Immobilien-Sondervermögen fonds niet belastingplichtig is in Nederland, omdat het niet voldoet aan de definitie van een doelvermogen van de Wet Vpb. Dit arrest verduidelijkt de belastingplicht van buitenlandse investeringsfondsen, die in Nederlandse onroerende zaken investeren.

Recente nieuwsartikelen

Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep

Overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning: wanneer komt u in aanmerking voor het verlaagde tarief?

Recht op aftrek voorbelasting bij kosteloze terbeschikkingstelling

Premiepercentages en maximum premieloon 2025

Raad van State uit bezwaren tegen nieuw box 3-stelsel

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

Indexering griffierechten per 1 januari 2025

Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

Hoge Raad stelt strikte eisen aan voortvarendheid

Belastingrente van 8% voor vennootschapsbelasting onverbindend

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

Verlenging SLIM-regeling

Premie 2025 pensioenregeling payrollkrachten

Aandachtspunten jaarafsluiting loonadministratie

Aanpassingen in de 30%-regeling

Einde handhavingsmoratorium arbeidsrelaties

Paardenaccommodatie als onderdeel van de eigen woning?

Toelaatbaarheid tweede aanslag afvalstoffenheffing

Kostenopslag naheffing parkeerbelasting is geen straf

Wijzigingen loonkostenvoordelen per 2025

Vergeet de herziening van de aftrek voorbelasting niet

Fiscale eenheid aangaan of verbreken?

Middeling van inkomens voor het laatst mogelijk over de jaren 2022 tot en met 2024

Draag bij leven vermogen over naar de (klein)kinderen om erfbelasting te beperken

Maak bezwaar tegen de “villatax”

Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman