Geen verliesaftrek door onjuiste vermogensetikettering?
31-10-2024
Een startende projectontwikkelaar kocht een perceel grond om daarop een pand te bouwen. De bedoeling was om dit met winst te verkopen. Het pand zou deels dienen als woonruimte en deels als kantoorruimte. De projectontwikkelaar heeft het perceel als privévermogen aangemerkt. Toen hij verlies leed bij de verkoop van het pand, wilde hij dit verlies ten laste van zijn winst brengen omdat het tot het ondernemingsvermogen zou behoren. De vraag was of het perceel en pand verplicht tot het ondernemingsvermogen behoorden.
Feiten
De projectontwikkelaar kocht in 2008 een perceel grond met als doel daarop een pand te bouwen. Het betrof een eerste project van de projectontwikkelaar. Voor de financiering leende hij geld bij een bank. De bouw begon in 2009. Vanaf april 2010 kon de projectontwikkelaar niet meer aan zijn betalingsverplichtingen jegens de bank voldoen. De bank heeft de leningen opgezegd. In 2014 is het pand geveild. Daarbij leed de projectontwikkelaar een fors verlies. In zijn aangifte inkomstenbelasting merkte hij dit verlies aan als een negatief resultaat uit onderneming.
Standpunt van de Belastingdienst
De Belastingdienst stelde dat het perceel en pand privévermogen waren en dat het verlies daarom niet aftrekbaar was. In eerdere jaren had de ondernemer het perceel zelf als privévermogen geëtiketteerd. De inspecteur vond dat deze etikettering juist was omdat het pand geen verplicht ondernemingsvermogen vormde. Het verband tussen de onderneming en het perceel was daartoe volgens de inspecteur niet nauw genoeg.
Oordeel van het gerechtshof
Hof Amsterdam oordeelde dat de bouwactiviteiten inderdaad een bron van inkomen vormden. De activiteiten kwalificeerden ofwel als onderneming, ofwel als werkzaamheid. Daaruit volgt volgens het hof niet zonder meer dat het in privé verworven perceel grond als verplicht ondernemingsvermogen dient te worden aangemerkt of dat de kwalificatie als privévermogen op een etiketteringsfout zou berusten. De projectontwikkelaar diende naar het oordeel van het hof aannemelijk te maken dat het perceel grond als verplicht ondernemingsvermogen moest worden aangemerkt. Daarin slaagde hij niet, aldus het hof.
Oordeel van de Hoge Raad
De projectontwikkelaar ging in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat het perceel verplicht als ondernemingsvermogen had moeten worden aangemerkt. Het hof heeft als uitgangspunt genomen dat de bouwactiviteiten een bron van inkomen vormden. Aangezien het perceel en het pand in aanbouw volledig dienstbaar waren aan de bouwactiviteiten, kon het perceel niet als privévermogen worden beschouwd. Het hof heeft, aldus de Hoge Raad, ten onrechte geoordeeld dat het perceel keuzevermogen was. De Hoge Raad heeft de zaak voor verdere behandeling verwezen naar het Hof Den Haag voor verdere behandeling.
Advies aan ondernemers
Hoewel de afloop voor de ondernemer in kwestie gunstig is, toont deze zaak eens te meer het belang aan van een correcte vermogensetikettering. Niet altijd is sprake van keuzevermogen. Twijfelt u over de juiste aanpak? Neem contact met ons op voor passend advies om vervelende verrassingen te voorkomen.
Recente nieuwsartikelen
Premie 2025 pensioenregeling payrollkrachten
Aandachtspunten jaarafsluiting loonadministratie
Aanpassingen in de 30%-regeling
Einde handhavingsmoratorium arbeidsrelaties
Paardenaccommodatie als onderdeel van de eigen woning?
Toelaatbaarheid tweede aanslag afvalstoffenheffing
Kostenopslag naheffing parkeerbelasting is geen straf
Wijzigingen loonkostenvoordelen per 2025
Vergeet de herziening van de aftrek voorbelasting niet
Fiscale eenheid aangaan of verbreken?
Middeling van inkomens voor het laatst mogelijk over de jaren 2022 tot en met 2024
Draag bij leven vermogen over naar de (klein)kinderen om erfbelasting te beperken
Maak bezwaar tegen de “villatax”
Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement
Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!
Toepassing werkkostenregeling 2024
Veranderingen in de kleineondernemersregeling per 2025
Hoge Raad beslist: maaltijdkosten zakelijk, ‘tenzij…’
Berekening belastingrente blijft in stand ondanks beroep op zorgvuldigheidsbeginsel
Geen verliesaftrek door onjuiste vermogensetikettering?
Verlaagd btw-tarief van toepassing op gratis servicebeurt?
Landbouwvrijstelling bij inbreng van cultuurgrond in maatschap
Tweede nota van wijziging Belastingplan 2025
Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt niet voor verkrijging schoolgebouw
Feitelijk gescheiden levende gehuwden blijven elkaars fiscale partner