Hoe een foutje in een managementovereenkomst de inspecteur bijna in de kaart speelde
21-03-2024
De inspecteur heeft aan een bv naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd vanwege vermeende privaatrechtelijke dienstbetrekkingen met twee bestuurders, die via een houdstermaatschappij werkzaamheden verrichtten voor de bv. Het bezwaar van de bv tegen de naheffingsaanslagen en de boetes is ongegrond verklaard. In beroep bij de rechtbank zijn de naheffingsaanslagen verminderd, maar de boetebeschikking bleef staan. Hoger beroep bij het hof leidde tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Bosch. Hoe oordeelde het hof in deze zaak?
Verzekeringsplicht voor bestuurders?
In geschil was of er verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen bestaat en of de twee bestuurders van de houdstermaatschappijen in fictieve dienstbetrekking tot de bv staan. Het antwoord hierop hangt af van de rechtsverhouding tussen partijen, met name of er sprake is van arbeidsovereenkomsten. De inspecteur voerde aan, dat beide houdstermaatschappijen slechts één werknemer hebben en dat de bedoeling was dat de werkzaamheden voor de bv uitsluitend door deze werknemers werden verricht, wat ook de praktijk was. Hij wees op een artikel in de managementovereenkomst dat sprak over een “arbeidsovereenkomst” en beschouwde de ontvangen managementvergoedingen daarom als loon. De inspecteur voerde verder aan, dat beide bestuurders onder gezag en toezicht van de algemene vergadering van aandeelhouders stonden.
Hof Den Bosch oordeelde echter dat de managementovereenkomst geen indicatie geeft van een arbeidsovereenkomst. Omdat de bestuurders een arbeidsovereenkomst met hun persoonlijke houdstermaatschappijen hadden, was geen sprake van fictieve dienstbetrekkingen met de bv.
Conclusie
Deze casus benadrukt de cruciale rol die juridische details kunnen spelen in belastingzaken. Een ogenschijnlijk onbelangrijk detail in de managementovereenkomst leidde bijna tot een aanzienlijke verandering in de uitkomst. Deze zaak laat zien hoe belangrijk het is om aandacht te besteden aan de formulering en inhoud van juridische documenten. Het is van belang om in een managementovereenkomst geen bepaling op te nemen over de wijze waarop de opdracht moet worden uitgevoerd. Neem bij twijfel over de inhoud van de managementovereenkomst contact met ons op of laat een nieuwe overeenkomst opstellen.
Recente nieuwsartikelen
Kwijtschelding schuld ex-partner is belaste schenking
Muziekproductie ondanks fiscale winst geen bron van inkomen
Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten
Modernisering van geschillenregeling en enquĂȘteprocedure voor aandeelhouders
‘Zachte landing’ in handhavingsplan arbeidsrelaties 2025
Te late aangifte erfbelasting leidt tot belastingrente
Aandachtspunten 2025 loonheffingen
Tarieven, heffingskortingen en bedragen inkomstenbelasting 2025
Nadere invulling van begrip “werkelijk rendement”
Pakket Belastingplan 2025 aangenomen
Strenge toets voor beroepskosten van resultaatgenieter
ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025
Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur
Invoering belastingheffing box 3 over werkelijk rendement niet voor 2028
Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg
Per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving
Naheffingen mrb door onjuist gebruik handelaarskenteken
Cryptovaluta vormen belastbaar vermogen in box 3
Box 3: ongerealiseerde vermogenswinsten tellen mee bij werkelijk rendement
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Recht op aftrek voorbelasting bij kosteloze terbeschikkingstelling
Premiepercentages en maximum premieloon 2025
Raad van State uit bezwaren tegen nieuw box 3-stelsel
Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning
Indexering griffierechten per 1 januari 2025
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht