Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over aansprakelijkheid voor omzetbelastingschulden

19-10-2023

In de Invorderingswet is bepaald dat de bestuurder van een rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk is voor onder meer de loon- en omzetbelasting, die de rechtspersoon verschuldigd is. De rechtspersoon dient schriftelijk aan de ontvanger te melden dat hij niet in staat is om de verschuldigde belasting te betalen. Na een correcte melding van betalingsonmacht door de rechtspersoon is de bestuurder slechts aansprakelijk als het niet betalen van de belastingschuld het gevolg is van aan hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur. Heeft geen correcte melding van betalingsonmacht plaatsgevonden, dan geldt een rechtsvermoeden dat het niet betalen van de belastingschuld aan de bestuurder te wijten is. Tegenbewijs kan alleen geleverd worden door een bestuurder, die aannemelijk maakt dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem te wijten is. Als de bestuurder van een rechtspersoon zelf een rechtspersoon is, zijn de bestuurders van de bestuurder-rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk.

De bestuurder en enig aandeelhouder van een holdingvennootschap, die op haar beurt bestuurder en enig aandeelhouder was van een werkmaatschappij, is aansprakelijk gesteld voor door de werkmaatschappij niet betaalde belastingen. Het betrof naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting in overeenstemming met de ingediende aangiften. De aansprakelijkgestelde bestuurder bestrijdt de aansprakelijkstelling tot bij de Hoge Raad. Een van de argumenten van de bestuurder is dat het oordeel van Hof Den Haag omtrent de aansprakelijkheid in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

De Hoge Raad heeft een prejudiciële beslissing gevraagd aan het Hof van Justitie EU. De Hoge Raad wil weten of de regeling van aansprakelijkstelling voor omzetbelastingschulden in strijd is met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.

De Hoge Raad is van oordeel, anders dan in een arrest uit 2011, dat het voor een bestuurder in de praktijk uiterst moeilijk is het bewijs te leveren dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem te wijten is. Het Hof van Justitie EU heeft in een arrest uit 2022 geoordeeld dat maatregelen van de lidstaten om de rechten van de schatkist te beschermen niet verder mogen gaan dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken. Volgens dat arrest gaan nationale maatregelen, die de facto leiden tot een systeem van onvoorwaardelijke aansprakelijkheid, verder dan noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten van de schatkist. Wanneer de aansprakelijkheid voor betaling van omzetbelasting wordt gelegd bij een ander dan de schuldenaar ervan, zonder dat hem de mogelijkheid wordt geboden aan deze aansprakelijkheid te ontkomen, is dit in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Volgens het Hof van Justitie EU moeten bij de beoordeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid de volgende omstandigheden in aanmerking worden genomen. Heeft de betrokkene te goeder trouw gehandeld door met de zorgvuldigheid van een bedachtzame ondernemer te werk te gaan? Heeft hij alles heeft gedaan wat redelijkerwijs binnen zijn mogelijkheden ligt en is zijn betrokkenheid bij misbruik of fraude uitgesloten?

De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie EU naar aanleiding van dit verzoek uitspraak heeft gedaan.

Recente nieuwsartikelen

Advies Raad van State over wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3

Bezwaarschriften belastingrente Vpb aangewezen als massaal bezwaar

Excessieve rente op aandeelhoudersleningen doorbreekt fbi-status

Van hooischuur naar hoofdpijndossier

Te laat reageren van de gemeente heeft dwangsom tot gevolg

Verder uitstel bedrag ineens

Betaalde rente voor ex niet aftrekbaar

Schenking in 2024? Aangifte schenkbelasting voor 1 maart

Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013

Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner

Btw-vrijstelling voor thuistest

Mag de Belastingdienst aanmaningskosten in rekening brengen aan een buitenlands belastingplichtige?

Negatieve spaarrente is negatief inkomen box 3

Belastingdienst controleert in 2025 extra op zakelijke kosten

Aanmanen mag pas na afwijzen verzoek kwijtschelding

Herinvesteringsvoornemen aanwezig ondanks ontbreken van een concreet plan voor vervanging

Kabinet gaat door met wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3

Hoger beroep inspecteur niet-ontvankelijk door te laat indienen van motivering

Verlaagde btw-tarief van toepassing bij sporten op het strand

Verklaring betalingsgedrag nu ook online aanvragen

Parkeerbelasting voor pakketbezorgers per levering beoordelen

Termijn voor indienen suppletie omzetbelasting

Papier telt: vast contract zonder schriftelijke vastlegging kost werkgever geld

Kort kijken, hoog schatten: het hof fluit de inspecteur terug

Wie kan er bezwaar maken tegen parkeerboete?

Gerechtshof corrigeert onredelijke schatting van inspecteur

WOZ: Vergelijkingsobjecten uit andere dorpskern bruikbaar

Aangifte is impliciet verzoek om doorschuiven verkrijgingsprijs

Kwijtschelding schuld ex-partner is belaste schenking

Muziekproductie ondanks fiscale winst geen bron van inkomen

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman