Loon tijdens vakantie inclusief vergoeding structureel overwerk
27-02-2020
In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat een werknemer gedurende zijn vakantie recht op loon behoudt. Het recht op loon tijdens verlof is onder meer geregeld in een Europese Richtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd. In deze richtlijn is bepaald dat werknemers jaarlijks recht hebben op ten minste vier weken vakantie met behoud van loon. Het Hof van Justitie EU heeft in een arrest uit 2011 de richtlijnbepaling uitgelegd. Volgens deze uitleg moet de financiële situatie van de werknemer tijdens zijn jaarlijkse vakantie vergelijkbaar zijn met zijn situatie tijdens de gewerkte periodes. In een later arrest heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat de vergoeding voor structurele overuren moet worden meegeteld bij het bepalen van het vakantieloon. De uitleg van wat onder loon tijdens vakantie moet worden verstaan is voorbehouden aan de nationale rechter. Daarbij moet de rechter rekening houden met in de rechtspraak van het Hof van Justitie EU geformuleerde regels en criteria.
De rechtbank Oost-Brabant merkte de door een vrachtwagenchauffeur gemaakte overuren aan als structureel en intrinsiek samenhangend met de functie. Volgens de werkgever was het gangbaar dat circa 15 uur per week aan overuren werden gemaakt. In de planning werd daarmee, binnen de kaders van de Rijtijdenwet, rekening gehouden. Uit de overgelegde salarisspecificaties bleek dat de vergoeding voor overuren een wezenlijk onderdeel van het maandsalaris vormde. De in de cao opgenomen vergoeding van overuren moest daarom deel uitmaken van het loon waarop de chauffeur recht had tijdens vakantieverlof.
De bepaling in het Burgerlijk Wetboek over loon tijdens vakantie maakt geen onderscheid tussen de waarde van wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Omdat deze bepaling van dwingend recht is, mag hiervan niet in het nadeel van de werknemer worden afgeweken. Dat betekent dat de overwerkvergoeding ook over bovenwettelijke vakantiedagen verschuldigd is.
Recente nieuwsartikelen
Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond
Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie
Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting
Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?
Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief
Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3
Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd
Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?
Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Aanpassingen kindgebonden budget
Voorgestelde wijzigingen autobelastingen
Wijzigingen omzetbelasting per 1 januari 2026
Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden
Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting
Aftrekposten inkomstenbelasting
Tarieven en heffingskortingen 2025
Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid
Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid
Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verkeerd af
Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland
UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas 2025 vastgesteld