Parkeren bij attractiepark is aparte dienst
20-05-2021
Voor de omzetbelasting wordt in beginsel iedere prestatie van een ondernemer afzonderlijk beoordeeld. Wanneer een ondernemer meerdere prestaties verricht voor een afnemer worden de prestaties als één enkele prestatie beschouwd wanneer een of meer van die handelingen de hoofdprestatie vormen en andere handelingen bijkomende prestaties zijn. De bijkomende prestaties delen het fiscale lot van de hoofdprestatie. Een handeling is bijkomend wanneer deze handeling voor de afnemer geen doel op zich is maar een middel om optimaal van de hoofdprestatie gebruik te kunnen maken.
De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2018 geoordeeld dat het gebruikmaken van parkeergelegenheid bij een attractiepark in beginsel een doel op zich is en geen bijkomende prestatie. Gevolg van dat arrest is dat op de vergoeding die voor het parkeren in rekening wordt gebracht het hoge tarief van de omzetbelasting van toepassing is en niet het lage tarief dat geldt voor de toegang tot het attractiepark. Onder verwijzing naar dit arrest heeft Hof Den Bosch geoordeeld dat sprake is van een bijkomende prestatie wanneer een echte keuze om de nevenprestatie af te nemen ontbreekt door de ligging van het attractiepark en de beperkte bereikbaarheid van het attractiepark met ander vervoer dan de auto. Wie met de auto komt, heeft volgens het hof geen andere keuze dan parkeren op het parkeerterrein. Volgens het hof was het lage tarief van toepassing op de vergoeding voor het parkeren.
De Hoge Raad deelt de opvatting van het hof niet. Binnen een attractiepark speelt het beschikken over een auto voor bezoekers geen rol. Uitgangspunt is daarom dat de ondernemer met het bieden van parkeergelegenheid een ander economisch doel heeft dan hij voor ogen heeft met het geven van toegang tot het park. De gemiddelde bezoeker van het attractiepark heeft een afzonderlijk belang bij de tegen een afzonderlijke vergoeding aangeboden parkeerdienst. De Hoge Raad vindt het economische verband tussen het verlenen van toegang tot het park en het bieden van parkeergelegenheid niet van belang voor deze beoordeling. Anders dan het hof oordeelde vormen de door de exploitant van het attractiepark aangeboden diensten niet één ondeelbare economische prestatie. Het afnemen van de parkeerdienst is een doel op zich. Daarop is het hoge tarief van de omzetbelasting van toepassing.
Recente nieuwsartikelen
Verdeling van aftrekposten door fiscale partners kan later aangepast worden
Fiscale risico’s bij schuiven met panden: wat u moet weten
Gevolgen verliesverrekening voor aanslag waarmee verlies is verrekend
Aanpassing besluit internationale waardeoverdracht van pensioen
Alternatieve dekkingsopties voor maatregelen uit Belastingplan 2024
Internetconsultatie aanpassing kavelruilvrijstelling overdrachtsbelasting
Omvang administratie- en bewaarplicht ondernemers
Moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken worden opgestuurd?
Fiscale migratie: waar is thuis?
Herinvesteringsreserve voor afsluitvergoeding niet mogelijk
Supermarktsaga: een rammelende kas
Verblijfkosten internationaal transport
Belastingdienst houdt administrateur ten onrechte aansprakelijk voor belastingfraude van bv
Toepassing bedrijfsopvolgingsregeling na splitsing concern
Evaluatie landbouwvrijstelling
Naheffing parkeerbelasting terecht opgelegd?
Wetsvoorstel Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie geldt niet voor kleinere werkgevers
Navordering omdat meer dan 100% van de negatieve inkomsten uit de eigen woning is aangegeven
Renteroulette: gekibbel om een lening van de bv
Hoe een foutje in een managementovereenkomst de inspecteur bijna in de kaart speelde
Opgave uitbetaalde bedragen aan derden bij toepassing verleggingsregeling btw
Verdubbeling onroerendezaakbelasting: mag dit zomaar?
Hof Den Bosch stelt prejudiciële vragen over vergoeding van immateriële schade
Werkelijk behaald rendement box 3 niet inzichtelijk gemaakt: geen rechtsherstel