Toepassing ketenregeling arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd na afloop bbl-overeenkomst
22-02-2024
De ketenregeling van het Burgerlijk Wetboek bepaalt wanneer elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd overgaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De ketenregeling is niet van toepassing op een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met het volgen van de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).
Een werknemer met een bbl-overeenkomst heeft op 16 maart 2020 zijn diploma behaald. Op die datum is de bbl-overeenkomst van rechtswege geëindigd. De werknemer heeft zijn werkzaamheden na 16 maart 2020 ongewijzigd voortgezet en daarvoor loon ontvangen. Daarmee is voldaan aan de vereisten voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst. Vervolgens hebben partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar gesloten voor de periode van 1 augustus 2020 tot en met 31 juli 2021. Deze arbeidsovereenkomst is tweemaal voor de duur van steeds een jaar verlengd. Op grond van de ketenregeling wordt de laatste arbeidsovereenkomst per 16 maart 2023 geacht te zijn omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Op die datum is de periode van 36 maanden verstreken. De werkgever heeft voor de kantonrechter aangevoerd dat hij de laatste arbeidsovereenkomst nooit zou hebben gesloten als hij had geweten dat de bbl-overeenkomst eerder was geëindigd dan per 31 juli 2020 en hij daardoor gebonden zou zijn aan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter heeft dit beroep op dwaling afgewezen.
De werkgever heeft verklaard dat hij nooit contact met de onderwijsinstelling heeft opgenomen over de studievoortgang van de werknemer. Dit had wel van hem verwacht mogen worden in het kader van de bbl-overeenkomst. Het niet informeren over de studievoortgang van de werknemer is voor rekening en risico van de werkgever. Dit kan de werknemer, gelet op zijn positie als leerling, niet worden tegengeworpen. Van de werknemer kon niet worden verwacht dat hij de arbeidsrechtelijke consequenties voor zijn werkgever van het behalen van zijn diploma overzag. De kantonrechter verwerpt het beroep van de werkgever op vernietiging van de laatste arbeidsovereenkomst.
Recente nieuwsartikelen
Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond
Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie
Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting
Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?
Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief
Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3
Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd
Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?
Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Aanpassingen kindgebonden budget
Voorgestelde wijzigingen autobelastingen
Wijzigingen omzetbelasting per 1 januari 2026
Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden
Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting
Aftrekposten inkomstenbelasting
Tarieven en heffingskortingen 2025
Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid
Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid
Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verkeerd af
Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland
UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas 2025 vastgesteld