Valutaresultaat op dividendvordering valt niet onder deelnemingsvrijstelling
23-11-2023
De dividendvordering van een aandeelhouder ontstaat op het moment waarop het bevoegde orgaan van de vennootschap heeft besloten tot uitkering van een dividend. Als de aandeelhouder een deelneming in de vennootschap heeft, blijft het dividend door de toepassing van de deelnemingsvrijstelling buiten aanmerking bij het bepalen van de winst van de aandeelhouder. Zodra de dividendvordering bestaat, wordt de vrijgestelde deelnemingssfeer verlaten. De dividendvordering is vanaf dat moment een zelfstandig vermogensbestanddeel, dat naar zijn aard tot winsten en verliezen kan leiden. Op die winsten en verliezen is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing. Dat geldt ook als de vordering niet direct opeisbaar is. De vordering moet worden geactiveerd op het moment van ontstaan tegen de waarde in het economische verkeer, uitgedrukt in euro’s, op dat moment. Eventuele valutaresultaten op de vordering behoren niet tot de voordelen uit hoofde van de deelneming en worden daarom bij het bepalen van de winst in aanmerking genomen.
Volgens de Hoge Raad is de waardeontwikkeling van een dividendvordering op een Zwitserse dochtermaatschappij tussen het moment van vaststellen en het moment van betaling van het dividend terecht tot de winst van de aandeelhouder gerekend.
In het arrest komt de Hoge Raad terug op eerdere arresten. In een arrest uit 1988 stond de Hoge Raad een uitzondering toe op de verplichting om een dividendvordering op de balans op te nemen wanneer bij de toekenning van het dividend onzeker was of de betaling ooit zou plaatsvinden. In een arrest uit 1977 heeft de Hoge Raad een uitzondering toegestaan voor waardeveranderingen van een dividendvordering als het dividend door een met de deelneming verband houdende oorzaak niet naar Nederland kon worden overgemaakt. Voor deze uitzonderingen is geen ruimte meer. Indien een van deze omstandigheden zich voordoet ten tijde van de toekenning van het dividend, dient daarmee rekening te worden gehouden bij de bepaling van de waarde in het economische verkeer van de dividendvordering. Een later optredend voordeel ter zake van die vordering valt niet onder de deelnemingsvrijstelling.
Recente nieuwsartikelen
Geen verliesaftrek door onjuiste vermogensetikettering?
Verlaagd btw-tarief van toepassing op gratis servicebeurt?
Landbouwvrijstelling bij inbreng van cultuurgrond in maatschap
Tweede nota van wijziging Belastingplan 2025
Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt niet voor verkrijging schoolgebouw
Feitelijk gescheiden levende gehuwden blijven elkaars fiscale partner
Gebruikelijkloonregeling van toepassing
Pakketbezorger parkeert niet, maar stopt voor onmiddellijk laden en lossen
Vermogensgrens zorgtoeslag 2025
Afwaardering regresvordering dga niet ten laste van inkomen
Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing
Geen bouwdepot maar spaarrekening
Minimumloon per 1 januari 2025
Indexatie 2025 kinderopvangtoeslag
Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Vervallen laag tarief omzetbelasting per 1 januari 2025 voor agrarische leveringen
Verzwijgen van omzet en de valkuil van een bankrekening op eigen naam
Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond
Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie
Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting
Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?
Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief
Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3
Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd
Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?