Verzoek gedeeltelijke transitievergoeding te laat ingediend

28-11-2019

In de zogenaamde Kolombeschikking heeft de Hoge Raad geoordeeld dat onder omstandigheden een werknemer bij een gedeeltelijk ontslag recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding. De Hoge Raad overwoog in deze beschikking onder meer dat de wet niet voorziet in gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, aangezien een arbeidsovereenkomst slechts in haar geheel kan worden opgezegd of ontbonden. Bij de regeling van de transitievergoeding is bij dit wettelijk stelsel aangesloten en is een transitievergoeding alleen verschuldigd als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De Hoge Raad is van oordeel dat bij een door omstandigheden gedwongen substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd de werknemer recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding.

Hoewel de wettelijke regeling de gedeeltelijke transitievergoeding niet kent, is Hof Den Bosch van mening dat voor het overige de wettelijke regeling wel van toepassing is. Dat betekent dat de vervaltermijn van drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd voor de bevoegdheid om een verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen van kracht blijft. De transitievergoeding waarop een werknemer op grond van de Kolombeschikking in bepaalde gevallen aanspraak kan maken is volgens het hof geen andere dan de transitievergoeding als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft in de Kolombeschikking geen zelfstandige grondslag voor de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding heeft gecreëerd, maar een uitleg gegeven van de wettelijke regeling.

In de door het hof behandelde zaak was de arbeidstijd van de werknemer met ingang van 25 april 2017 verminderd. De bevoegdheid tot het indienen van een verzoek tot een transitievergoeding voor het deel van de arbeidsovereenkomst dat is geëindigd, verviel drie maanden later, dus op 26 juli 2017. Het verzoekschrift is op 12 december 2018 ontvangen door de griffie van de rechtbank. Het hof was van oordeel dat het beroep van de werkgever op de vervaltermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.

Het hof heeft de werknemer niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot een gedeeltelijke transitievergoeding, omdat dit verzoek niet is ingediend binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst (gedeeltelijk) is geëindigd.

Recente nieuwsartikelen

Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep

Overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning: wanneer komt u in aanmerking voor het verlaagde tarief?

Recht op aftrek voorbelasting bij kosteloze terbeschikkingstelling

Premiepercentages en maximum premieloon 2025

Raad van State uit bezwaren tegen nieuw box 3-stelsel

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

Indexering griffierechten per 1 januari 2025

Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

Hoge Raad stelt strikte eisen aan voortvarendheid

Belastingrente van 8% voor vennootschapsbelasting onverbindend

Villatax is geen ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht

Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navordering?

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

Verlenging SLIM-regeling

Premie 2025 pensioenregeling payrollkrachten

Aandachtspunten jaarafsluiting loonadministratie

Aanpassingen in de 30%-regeling

Einde handhavingsmoratorium arbeidsrelaties

Paardenaccommodatie als onderdeel van de eigen woning?

Toelaatbaarheid tweede aanslag afvalstoffenheffing

Kostenopslag naheffing parkeerbelasting is geen straf

Wijzigingen loonkostenvoordelen per 2025

Vergeet de herziening van de aftrek voorbelasting niet

Fiscale eenheid aangaan of verbreken?

Middeling van inkomens voor het laatst mogelijk over de jaren 2022 tot en met 2024

Draag bij leven vermogen over naar de (klein)kinderen om erfbelasting te beperken

Maak bezwaar tegen de “villatax”

Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman