Wetsvoorstel excessief lenen naar Tweede Kamer
25-06-2020
Bij de presentatie van het Belastingplan 2019 in september 2018 heeft het kabinet aangekondigd met een wetsvoorstel te komen dat excessief lenen door houders van een aanmerkelijk belang bij de eigen vennootschap moet tegengaan. Dat wetsvoorstel is nu ingediend bij de Tweede Kamer. Door geld te lenen van de eigen vennootschap kan de aanmerkelijkbelanghouder de belastingheffing over dit bedrag langdurig uitstellen of zelfs afstellen.
Inhoud wetsvoorstel
Als het totaal van de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder aan de vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, dan wordt het meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Dat gebeurt door dit meerdere aan te merken als een fictief regulier voordeel. De bepaling van de hoogte van de schuld vindt ieder kalenderjaar plaats op de laatste dag van het jaar op basis van de nominale waarde. Deze maatregel heeft alleen gevolgen voor de bepaling van het inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit betekent dat de maatregel geen andere fiscale gevolgen heeft en dus niet van belang is voor de belastingheffing in box 1 en box 3 van de inkomstenbelasting, voor de dividendbelasting of de vennootschapsbelasting. Ook civielrechtelijk heeft deze maatregel geen betekenis. De schuld aan de vennootschap blijft bestaan, inclusief de rente- en aflossingsverplichtingen.
Het fictieve reguliere voordeel kan positief of negatief zijn. Het negatieve fictieve reguliere voordeel heeft als doel om economische dubbele heffing te voorkomen.
Kring van betrokkenen
De aanmerkelijkbelanghouder wordt samen met zijn partner in de heffing betrokken voor hun schulden boven de € 500.000 aan de vennootschap. Naast de aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner geldt de maatregel ook voor met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden personen die schulden hebben aan de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder. Verbonden personen zijn de bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van de aanmerkelijkbelanghouder en van zijn partner. De schulden van een verbonden persoon worden toegerekend aan de aanmerkelijkbelanghouder indien deze meer bedragen dan € 500.000 en de verbonden persoon zelf geen aanmerkelijk belang in de vennootschap heeft.
Uitzondering voor eigenwoningschuld
Een schuld die kwalificeert als eigenwoningschuld voor de eigenwoningregeling van box 1 telt niet mee voor de bepaling of het totaal aan schulden hoger is dan € 500.000. Voorwaarde is dat aan de vennootschap een recht van hypotheek op de eigen woning is verstrekt. Deze voorwaarde wordt niet gesteld aan op 31 december 2021 bestaande eigenwoningschulden.
Maximumbedrag
Het maximumbedrag aan schulden bedraagt in beginsel € 500.000. Het maximumbedrag wordt verhoogd met het bedrag dat als fictief regulier voordeel op grond van deze regeling is belast. Op deze manier wordt voorkomen dat over hetzelfde bovenmatige gedeelte van de schulden ieder jaar een fictief regulier voordeel in aanmerking wordt genomen.
Voorkomen dubbele heffing
Zonder verdere maatregelen kan zich dubbele belastingheffing voordoen wanneer een aanmerkelijkbelanghouder meer dan € 500.000 heeft geleend bij zijn eigen vennootschap. Nadat een fictief regulier voordeel in aanmerking is genomen wordt een latere dividenduitkering, die wordt gebruikt om de schuld af te lossen, als regulier voordeel in de belastingheffing betrokken. Economisch gezien is daardoor sprake van dubbele heffing. Datzelfde doet zich voor bij vervreemding van de aandelen, waarbij over de meerwaarde van de aandelen belasting in box 2 moet worden betaald. Economische dubbele heffing moet worden voorkomen doordat het fictieve reguliere voordeel ook negatief kan zijn. Een negatief fictief regulier voordeel doet zich voor bij aflossing van de schuld nadat het maximumbedrag van € 500.000 eerder is verhoogd met het bedrag van een positief fictief regulier voordeel. Na aflossing zal de totale schuld aan het einde van het jaar lager zijn dan het verhoogde maximumbedrag. Het verschil wordt als een negatief fictief regulier voordeel bij de berekening van het inkomen uit aanmerkelijk belang in het jaar van aflossing in aanmerking genomen. Het maximumbedrag wordt vervolgens met hetzelfde bedrag verlaagd.
Inwerkingtreding
De wet moet op 1 januari 2023 in werking treden. Deze datum van inwerkingtreding biedt aanmerkelijkbelanghouders de mogelijkheid om hun schuldpositie terug te brengen tot maximaal € 500.000.
Recente nieuwsartikelen
Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid
Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verkeerd af
Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland
UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas 2025 vastgesteld
Heffingsbevoegdheid over lijfrente-uitkeringen uit Nederland
Vrijstelling piloteninkomen Turkije ten onrechte geweigerd?
Loonstop ten onrechte opgelegd
Bekendmaking belastingaanslagen aan ontbonden rechtspersoon
Hof bevestigt correcties inspecteur: aftrekposten niet onderbouwd
Was de inspecteur te laat met een navorderingsaanslag?
Geen verband tussen ziekte en medisch onderzoek: geen aftrek kosten
€ 148 miljoen voor stimulering Nederlandse maakindustrie
Werkgever mocht werknemers overplaatsen met beroep op eenzijdig wijzigingsbeding
Geen verzuimboetes e-commerce tot 1 januari 2025
Betaalde premie voor buitenlandse AOV als aftrekpost?
Loonsanctie terecht opgelegd; bedrijfsarts heeft te weinig onderzoek gedaan
Rechter moet gelegenheid tot herstel bieden als geldigheid machtiging is verstreken
Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discriminerend
Hockeytrainer in btw-soap: heeft de inspecteur het doel gemist?
De sleutel tot het behoud van zelfstandigenaftrek
B&B-eigenaren winnen zaak over kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Prestaties binnen fiscale eenheid omzetbelasting
Tijdelijke subsidieregeling aanschaf emissieloze touringcars
Verhoging budget en tweede openstelling AanZet
Internetconsultatie eenmalig niet-indexeren maximum uurprijs kinderopvangtoeslag in 2026
Terugvragen in andere lidstaat betaalde omzetbelasting
Waardebepaling recreatieterrein inclusief stacaravans op verhuurde jaarplaatsen
Analyse arresten Hoge Raad box 3
Ondernemer betrapt op drugshandel: hof bevestigt redelijkheid schatting inspecteur