Winstuitdeling door oplopen schuld aan bv
20-02-2020
Als een aandeelhouder voor persoonlijke doeleinden geld opneemt bij de vennootschap, kan sprake zijn van een winstuitdeling als de aandeelhouder het opgenomen bedrag niet kan terugbetalen. De inspecteur dient aan de hand van feiten en omstandigheden aannemelijk te maken dat de lening niet kan of zal worden afgelost en dat de vennootschap en aandeelhouder zich daarvan bewust waren. Voor een winstuitdeling is verder vereist dat de vennootschap beschikt over winstreserves of dat er toekomstige winsten zijn te verwachten.
De Belastingdienst legde een navorderingsaanslag op aan de dga van een bv. De Belastingdienst merkte de toename van de rekening-courantschuld in 2014 aan als winstuitdeling aan de dga en zijn echtgenote. De dga bestreed dat sprake was van een onttrekking aan het vermogen van de bv. De toename van de rekening-courantschuld kon volgens de dga vrijwel direct worden terugbetaald door herfinanciering bij een professionele geldverstrekker. Daarnaast was de dga eigenaar van een van de bv overgenomen stuk grond met een waarde van € 45.000. Dat stuk grond kon aan de bv worden overgedragen. De inspecteur onderbouwde zijn standpunt dat de toename van de rekening-courantschuld niet kon worden terugbetaald aan de hand van de vermogenspositie van de dga en zijn echtgenote. Deze vermogenspositie was zonder de waarde van de aandelen in de bv ruim € 700.000 negatief aan het einde van 2014.
De rechtbank oordeelde dat sprake was van een winstuitdeling aangezien aflossing alleen mogelijk was uit toekomstige dividenduitkeringen door de bv. De inkomsten van de aandeelhouders waren niet voldoende om de rente aan de bank en aan de bv te voldoen. De bv was, in de persoon van de dga, op de hoogte van diens bestaande verplichtingen en van de omvang van het privévermogen en privé-inkomen. Zekerheden waren niet verstrekt en aflossingsverplichtingen waren niet overeengekomen.
De rechtbank verlaagde het bedrag van de winstuitkering met de waarde van de grond. Voor dit bedrag vond de rechtbank niet aannemelijk dat het in 2014 definitief het vermogen van de bv had verlaten. De stelling van de dga, dat hij een lening van de bank zou kunnen krijgen om de toename van de rekening-courantschuld af te lossen, volgde de rechtbank niet. De dga heeft deze mogelijkheid niet benut, zodat daarmee geen rekening gehouden hoefde te worden.
Recente nieuwsartikelen
Gebruikelijkloonregeling van toepassing
Pakketbezorger parkeert niet, maar stopt voor onmiddellijk laden en lossen
Vermogensgrens zorgtoeslag 2025
Afwaardering regresvordering dga niet ten laste van inkomen
Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing
Geen bouwdepot maar spaarrekening
Minimumloon per 1 januari 2025
Indexatie 2025 kinderopvangtoeslag
Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Vervallen laag tarief omzetbelasting per 1 januari 2025 voor agrarische leveringen
Verzwijgen van omzet en de valkuil van een bankrekening op eigen naam
Koper verplicht tot sloop: geen levering bouwgrond
Ontslag voor werknemer die niet meewerkt aan re-integratie
Wetsvoorstel Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek
Disproportionele tariefsverhoging forensenbelasting
Wanneer is een biologisch kind ook een “fiscaal kind”?
Alleen specifieke orthopedische maatvoetbedden vallen onder verlaagd btw-tarief
Stand van zaken Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3
Verplichte aanwezigheid voor aanvang dienst is betaalde werktijd
Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Koopprijs of taxatiewaarde: waarover wordt overdrachtsbelasting betaald?
Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025