Gelijkere behandeling vreemd en eigen vermogen

07-10-2021

Vorig jaar op Prinsjesdag heeft de staatssecretaris van Financiën een onderzoek aangekondigd naar de wenselijkheid en vormgeving van een budgettair neutrale invoering van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting. De uitkomst van dit onderzoek heeft de staatssecretaris bijna een jaar later naar de Tweede Kamer gestuurd.

De achtergrond voor het onderzoek is dat de vennootschapsbelasting eigen vermogen en vreemd vermogen ongelijk behandelt door de aftrekbaarheid van de rente, die wordt betaald over het vreemde vermogen. Dit verstoort de keuze van de financieringsbeslissing tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en geeft de ondernemer een prikkel om relatief meer met schuld te financieren.

Een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen kan worden bereikt door de invoering van een aftrek voor het aanhouden of creëren van eigen vermogen en door het beperken van de aftrekbaarheid van rente. In het onderzoek zijn beide mogelijkheden nader in kaart gebracht.

Om de fiscale prikkel voor financiering met vreemd vermogen te beperken is reeds een generieke renteaftrekbeperking ingevoerd, de earningsstrippingmaatregel van ATAD1. Een vermogensaftrek kan van toepassing zijn op het volledige eigen vermogen of op de toename van het eigen vermogen. Volgens de onderzoekers zijn een volledige vermogensaftrek en een cumulatieve vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen geen reële opties vanwege de budgettaire derving en het risico op misbruik. In dit onderzoek is daarom met name aandacht besteed aan een aftrek in de vorm van een enkelvoudige vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen. De budgettaire derving daarvan is beperkt.

Het eenzijdig invoeren van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting leidt tot nieuwe mogelijkheden om belasting te ontwijken in internationale verhoudingen. Dat kan worden beperkt door het opnemen van antimisbruikmaatregelen, maar daardoor neemt de complexiteit van de regeling toe.

De meest voor de hand liggende mogelijkheid voor het verder beperken van de aftrekbaarheid van rente is het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel. Dit kan door het aftrekbare percentage van de Earnings before interest, taxation, depreciation and amortisation (EBITDA) dat nu 30% bedraagt of de drempel (nu € 1 miljoen) verder te verlagen. Hierbij wordt opgemerkt dat de maatregel aansluit bij het saldo van rentebaten en rentelasten, waarna dit saldo in aftrek wordt beperkt. Een belastingplichtige met rentebaten kan dus nog steeds de rentelasten aftrekken tot aan het bedrag van de ontvangen rentebaten. In de meest vergaande variant levert het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel een budgettaire opbrengst van € 4,5 miljard op. Hiermee zou het hoge tarief van de vennootschapsbelasting kunnen worden verlaagd tot circa 18%.

Recente nieuwsartikelen

Kwijtschelding schuld ex-partner is belaste schenking

Muziekproductie ondanks fiscale winst geen bron van inkomen

Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten

Modernisering van geschillenregeling en enquĂȘteprocedure voor aandeelhouders

‘Zachte landing’ in handhavingsplan arbeidsrelaties 2025

Te late aangifte erfbelasting leidt tot belastingrente

Energielijst 2025

Aandachtspunten 2025 loonheffingen

Tarieven, heffingskortingen en bedragen inkomstenbelasting 2025

Nadere invulling van begrip “werkelijk rendement”

Milieulijst 2025 vastgesteld

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen

Strenge toets voor beroepskosten van resultaatgenieter

ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025

Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur

Invoering belastingheffing box 3 over werkelijk rendement niet voor 2028

Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg

Per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving

Naheffingen mrb door onjuist gebruik handelaarskenteken

Cryptovaluta vormen belastbaar vermogen in box 3

Box 3: ongerealiseerde vermogenswinsten tellen mee bij werkelijk rendement

Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep

Overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning: wanneer komt u in aanmerking voor het verlaagde tarief?

Recht op aftrek voorbelasting bij kosteloze terbeschikkingstelling

Premiepercentages en maximum premieloon 2025

Raad van State uit bezwaren tegen nieuw box 3-stelsel

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

Indexering griffierechten per 1 januari 2025

Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting

Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman