Ontslag met wederzijds goedvinden
25-06-2020
In het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat een overeenkomst, waarmee een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, alleen geldig is als deze schriftelijk is aangegaan. Bij discussie over de vraag of een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd moet dus beoordeeld worden of er een overeenkomst is en of is voldaan aan het vormvoorschrift van schriftelijke vastlegging.
Een procedure bij de kantonrechter ging over de vraag of een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden was beëindigd. Volgens de kantonrechter is het vormvoorschrift van schriftelijke vastlegging ondergeschikt aan de vraag of partijen daadwerkelijk een overeenkomst tot wederzijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst hebben bereikt. De kantonrechter stelde vast dat aan het schriftelijkheidsvereiste was voldaan in de vorm van een brief van de werkgever waarin stond dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden werd ontbonden.
Aan het tot stand komen van de overeenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst stelt de wet geen vormvoorschriften. Er moet sprake zijn van een aanbod om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, welk aanbod door de wederpartij is aanvaard. Onder verwijzing naar het arrest Grillroom Ramses II van de Hoge Raad uit 2005 oordeelde de kantonrechter dat de werkgever schriftelijk een aanbod aan de werknemer heeft gedaan om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Uit het feit dat de werknemer vervolgens met de nieuwe werkgever tot overeenstemming is gekomen en daar op 1 juli 2019 daadwerkelijk in dienst is getreden en zonder protest de bedrijfseigendommen van de oude werkgever heeft ingeleverd, mocht de oude werkgever afleiden dat de werknemer de arbeidsovereenkomst als beëindigd beschouwde en het aanbod tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden heeft aanvaard. Daarmee is een overeenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden tussen werknemer en werkgever tot stand gekomen. Dat betekende dat de werknemer geen recht had op de transitievergoeding of op de gevorderde gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Recente nieuwsartikelen
Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid
Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid
Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verkeerd af
Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland
UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas 2025 vastgesteld
Heffingsbevoegdheid over lijfrente-uitkeringen uit Nederland
Vrijstelling piloteninkomen Turkije ten onrechte geweigerd?
Loonstop ten onrechte opgelegd
Bekendmaking belastingaanslagen aan ontbonden rechtspersoon
Hof bevestigt correcties inspecteur: aftrekposten niet onderbouwd
Was de inspecteur te laat met een navorderingsaanslag?
Geen verband tussen ziekte en medisch onderzoek: geen aftrek kosten
€ 148 miljoen voor stimulering Nederlandse maakindustrie
Werkgever mocht werknemers overplaatsen met beroep op eenzijdig wijzigingsbeding
Geen verzuimboetes e-commerce tot 1 januari 2025
Betaalde premie voor buitenlandse AOV als aftrekpost?
Loonsanctie terecht opgelegd; bedrijfsarts heeft te weinig onderzoek gedaan
Rechter moet gelegenheid tot herstel bieden als geldigheid machtiging is verstreken
Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discriminerend
Hockeytrainer in btw-soap: heeft de inspecteur het doel gemist?
De sleutel tot het behoud van zelfstandigenaftrek
B&B-eigenaren winnen zaak over kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Prestaties binnen fiscale eenheid omzetbelasting
Tijdelijke subsidieregeling aanschaf emissieloze touringcars
Verhoging budget en tweede openstelling AanZet
Internetconsultatie eenmalig niet-indexeren maximum uurprijs kinderopvangtoeslag in 2026