Wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend

08-06-2023

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend. Het wetsvoorstel beoogt een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing te waarborgen. Dit minimumniveau geldt zowel voor multinationale als voor binnenlandse groepen. Doel van het wetsvoorstel is het beperken van belastingconcurrentie en -ontwijking. Multinationale groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer dienen ten minste effectief 15% belasting over hun winst te betalen. Het wetsvoorstel voorziet in een bijheffing als in een staat te weinig winstbelasting is betaald. De inhoud van het wetsvoorstel vloeit voort uit een EU-richtlijn, die is gebaseerd op modelteksten van de OESO. De EU-richtlijn dient op 31 december 2023 in wetgeving te zijn omgezet.

De lidstaten mogen zelf bepalen in welke belastingwet de richtlijnbepalingen worden geïmplementeerd. Het kabinet kiest ervoor om dit in een afzonderlijke heffingswet te doen omdat de bijheffing een andere grondslag heeft dan de vennootschapsbelasting. De bijheffing wordt geheven door voldoening op aangifte. In het pakket Belastingplan 2024 wordt geregeld dat het wetsvoorstel ook op de BES-eilanden zal gelden.

De EU-richtlijn verplicht de lidstaten om twee verschillende maatregelen te implementeren. Het gaat om de inkomensinclusiemaatregel en de onderbelastewinstmaatregel. Door de eerste maatregel wordt de overwinst van een laagbelaste groepsentiteit belast op het niveau van de uiteindelijke moederentiteit. Deze maatregel treft ook de laagbelaste moederentiteit zelf en haar in diezelfde staat gevestigde dochters. Voor zover geen inkomensinclusiemaatregel wordt toegepast door de staat waar de moeder is gevestigd, wordt de (resterende) bijheffing verzekerd door toepassing van de onderbelastewinstmaatregel.

Nederland maakt gebruik van de in de EU-richtlijn geboden mogelijkheid om een kwalificerende binnenlandse bijheffing in te voeren. Deze bijheffing maakt het mogelijk om over de overwinst van hier gevestigde laagbelaste dochtermaatschappijen van een multinational bij te heffen als de moederentiteit elders is gevestigd.

Als het effectieve belastingtarief lager is dan het minimumbelastingtarief, wordt het verschil bijgeheven door toepassing van de kwalificerende binnenlandse bijheffing, de inkomen-inclusiemaatregel, of de onderbelastewinstmaatregel. De wijze waarop deze minimumbelasting wordt geheven, is afhankelijk van de maatregel op grond waarvan wordt geheven. De berekening van de bijheffing geschiedt per staat in vijf stappen.

Stap 1: Het effectieve belastingtarief wordt berekend door de gecorrigeerde betrokken belastingen te delen door het netto kwalificerende inkomen.

Stap 2: Het bijheffingspercentage is gelijk aan het minimumbelastingtarief verminderd met het effectieve belastingtarief.

Stap 3: De overwinst is het netto kwalificerende inkomen verminderd met het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid.

Stap 4: De berekening van de bijheffing geschiedt door de overwinst te vermenigvuldigen met het bijheffingspercentage.

Stap 5: De bijheffing wordt toegerekend aan iedere groepsentiteit, die is gevestigd in een laagbelastende staat. Dat gebeurt door het kwalificerende inkomen van een groepsentiteit te delen door het totale kwalificerende inkomen van alle groepsentiteiten in die staat. Er wordt geen bijheffing toegerekend aan groepsentiteiten met een kwalificerend verlies.

De eerste vier stappen vinden plaats per staat voor alle groepsentiteiten gezamenlijk.

Het wetsvoorstel is niet van toepassing op overheidsentiteiten, internationale organisaties, non-profit organisaties, pensioenfondsen en een (vastgoed)beleggingsfonds dat een uiteindelijke moederentiteit is.

Recente nieuwsartikelen

Negatieve spaarrente is negatief inkomen box 3

Belastingdienst controleert in 2025 extra op zakelijke kosten

Aanmanen mag pas na afwijzen verzoek kwijtschelding

Herinvesteringsvoornemen aanwezig ondanks ontbreken van een concreet plan voor vervanging

Kabinet gaat door met wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3

Hoger beroep inspecteur niet-ontvankelijk door te laat indienen van motivering

Verlaagde btw-tarief van toepassing bij sporten op het strand

Verklaring betalingsgedrag nu ook online aanvragen

Parkeerbelasting voor pakketbezorgers per levering beoordelen

Termijn voor indienen suppletie omzetbelasting

Papier telt: vast contract zonder schriftelijke vastlegging kost werkgever geld

Kort kijken, hoog schatten: het hof fluit de inspecteur terug

Wie kan er bezwaar maken tegen parkeerboete?

Gerechtshof corrigeert onredelijke schatting van inspecteur

WOZ: Vergelijkingsobjecten uit andere dorpskern bruikbaar

Aangifte is impliciet verzoek om doorschuiven verkrijgingsprijs

Kwijtschelding schuld ex-partner is belaste schenking

Muziekproductie ondanks fiscale winst geen bron van inkomen

Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten

Modernisering van geschillenregeling en enquĂȘteprocedure voor aandeelhouders

‘Zachte landing’ in handhavingsplan arbeidsrelaties 2025

Te late aangifte erfbelasting leidt tot belastingrente

Energielijst 2025

Aandachtspunten 2025 loonheffingen

Tarieven, heffingskortingen en bedragen inkomstenbelasting 2025

Nadere invulling van begrip “werkelijk rendement”

Milieulijst 2025 vastgesteld

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen

Strenge toets voor beroepskosten van resultaatgenieter

ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025

Administratiebureau C.O. Steeman kenmerkt zich door korte lijnen, duidelijkheid, flexibiliteit en een uitstekende service.

Onze kracht:

  • Maatwerk
  • Jarenlange ervaring
  • Betrouwbaar
  • Kennis van de markt
  • Accuraat
© 2023 Administratiebureau Steeman